Ultrasoon flowmeters in het hoofdtransportnet van de Gasunie
De Gasunie is verantwoordelijk voor het distributienetwerk van aardgas in Nederland. De hoofdtransportleiding die grofweg rond het IJsselmeer loopt is 1,06 m in diameter (42”) en heeft een nominale druk van 67 bar. Voor de flowmeting gebruikt Gasunie ultrasoon flowmeters. Wat zijn de overwegingen om in dit soort situaties voor een ultrasoon flowmeter te kiezen?
De aanleiding voor Gasunie om op zoek te gaan naar vervangende meters in haar hoofdleidingnetwerk was de zogeheten "downscaling": de druk en flow gaan omlaag. Daardoor hebben de huidige flowmeters niet het juiste bereik. Dat is een gebeurtenis waarbij opnieuw alle opties overwogen worden. Het meten van aardgasflow is niet zo heel moeilijk, maarin dit geval is sprake van omstandigheden die het een flink stuk moeilijker maken. Zodanig zelfs dat ervoor gekozen is om in eerste instantie een proof-of-concept te doen.
In het hoofdtransportnet wordt de flow gemeten in meetstations. Dit zijn stations die - gezien de enorme leidingdiameter - zo compact mogelijk gebouwd worden. Er is daarom geen ruimte voor rechte aanstroomlengtes. En daar zijn ultrasone flowmeters erg gevoelig voor. Het liefst heb je minimaal 10 diameters rechte aan- en afvoerlengte. (We hebben daar eerder een stukje over geschreven: "The Ultrasonic Cookbook") Dat komt dan neer op een meetstraat van zo'n 20m. En die ruimte is er niet. Dan zou je kunnen kiezen voor een flowconditioner met een zodanige vorm dat die met name de swirl uit het flowprofiel haalt die ontstaat na bochten. Maar dat zou betekenen dat de meetstraat inclusief flowconditioner gekalibreerd moet worden.
En dat is niet mogelijk omdat er geen kalibratie faciliteit bestaat die dergelijke leidingdiameters en hoge druk kan kalibreren.
Het voordeel is wel dat er in deze applicatie ook niet zo'n hele hoge nauwkeurigheid vereist is.
Ondanks recente uitbreidingen die hier op de foto's te zien zijn, is het hoofdtransportnet van de Gasunie voor het grootste deel een bestaand leidingnetwerk, met bestaande flowmeters. Alle flowmeters in het hele netwerk worden niet in 1 keer vervangen. Bovendien mag niets aangepast worden aan het huidige leidingnetwerk, dat ook nog eens volledig operationeel blijft. Daarom zijn de flowmeters gemonteerd met hot-taps. Zo kunnen de flowmeters onder druk getest en vervangen worden.
Omdat er structureel geen aanpassingen gedaan worden, moeten de nieuwe flowmeters passen in de bestaande hot-taps. Een flowmeter kiezen met deze randvoorwaarden is geen sinecure.
De huidige situatie in het kort:
Hoewel Gasunie direct een voorkeur had voor ultrasoon flowmeters gaan we hier toch even na welke opties er zijn in zo'n situatie. Per soort lichten we ze daarna toe.
Foto: aanleg hoofdtransportleiding Gasunie, traject Beverwijk - Wijngaarden (bron: A. Hak)
De volgende flowmeters kunnen sowieso niet gebruikt worden in deze situatie:
Foto: Aardgas buffer in Zuidwending (bron: Gasunie)
De voordelen van ultrasoon flowmeten in deze toepassing:
Het Reynolds getal is hoog (in de miljoenen), doordat de viscositeit laag is, gecombineerd met een grote diameter.
Met andere woorden: het te meten gas is uiterst turbulent. Dat maakt dat er een vlak, regelmatig flowprofiel is.
Daarom is ultrasoon flowmeting een goede keuze, omdat het meetprincipe gevoelig is voor het flowprofiel. Ultrasoon flowmeters zijn gevoelig voor het flowprofiel omdat ze maar op een paar punten van de buis meten. Als een ultrasoon flowmeter net na een bocht gemonteerd wordt, dan is er sprake van een swirl in het flowprofiel. Onze flowspecialisten kijken niet raar op van een meetfout van zo'n 30% die door een ongunstig flowprofiel introduceert wordt.
Maar omdat de leiding een diameter heeft van 1,05m en de druk en flowsnelheid zo hoog zijn, kan er zelfs volstaan worden met maar 1 signaalpad. Er is een goede meting te behalen en er hoeft niet gecompenseerd te worden voor het flowprofiel.
De behaalde meetfout bedraagt ongeveer 5%, wat voldoende is. Je zou je kunnen afvragen waarom een meetfout van 5% volstaat als de commercieële belangen zo groot zijn. Dat moeten we even uitleggen.
Kort gezegd: omdat in dit netwerk slechts gemonitord wordt. Er vinden geen afrekeningen plaats in het hoofdtransportnet.
Nederland speelt een belangrijke rol in het Europese aardgasnet. De infrastructuur van Gasunie vormt namelijk de ‘gasrotonde’ van Europa. Gas komt via een aantal belangrijke bronnen ons land binnen en daarmee is Nederland het "landingspunt" voor veel gas in Europa. Onze eigen gaswinning was in het verleden natuurlijk een belangrijke bron en dat was ook de reden dat we Europees-breed aangesloten zijn met ondermeer de North Stream pijpleiding via Duitsland naar Rusland en verbindingen naar Denemarken, Noorwegen, Engeland, Duitsland en België.
Om het hele systeem te kunnen monitoren heeft Gasunie metering stations, waar de 42” hoofdleiding wordt gesplitst in 4 leidingen van 24”, plus 1 bypass voor onderhoud. Het aantal meterruns is afhankelijk van de druk.
Om een hogere nauwkeurigheid te behalen meten de 4 meetstraten parallel.
Dus die opstelling levert al een aardige totale nauwkeurigheid op, omdat je de gemiddelde meetwaarde kunt berekenen. Maar er zit nog een staartje aan dit verhaal.
Zodra dit hoofdtransportnet afgetakt wordt voor distributie naar afnemers, gaat het over in kleinere diameters. In Nederland is dat als volgt geregeld:
In de regionale en lokale transportnetten is het wél mogelijk om met flowmeters te werken die een obstructie vormen in de buis. In dit geval wordt overal gemeten met turbine flowmeters, vanwege hun betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. Bij elkaar opgeteld geven de nauwkeurig gemeten flows in de aftakkingen aan wat de flow is in het hoofdtransportnet.
Foto: het hoofdtransportnet van Gasunie (bron: Gasunie)
Nee, dat heeft te maken met de schaalgrootte. We hadden al vastgesteld dat het hier gaat om monitoring en niet om custody transfer; geen ijkwaardige meeting dus. Maar stel dat het wel zo was: dan was het een terechte vraag. Die willen we hier toch even beantwoorden. De MID standaard geldt altijd voor vloeistoffen. Voor aardgas is de MID ook van toepassing, maar beperkt tot een maximum flow. Als de procesflow hoger is dan dat maximum, dan moeten bedrijven onderling regelen welke meetnauwkeurigheid nodig is. En de flow is in dit geval veel te hoog. (De MID kan je hier downloaden.)
Ultrasoon flowmeting is wel het meetprincipe dat in die gevallen heel vaak wordt gebruikt. Transus heeft hier speciale gecertificeerde 4-kanaals ultrasoon flowmeters voor. En zelfs dubbel uitgevoerde 4-kanaals flowmeters. Ze worden ook gebruikt onder cryogene toepassingen, bijvoorbeeld aan boord van FPSO's of LNG-tankers.
Een andere toepassing die we in deze categorie ook wel tegenkomen: het meten van Sungas. Dat is een mengsel CO en H2 - dat is een brandstof voor de opwekking van stoom.
De conclusie moet zijn dat ultrasoon flowmeten interessant is voor iedereen die te maken heeft met een meetsituatie waarin gemeten moet worden in grote diameters buizen, waar gas het te meten medium is en een hoge druk heerst. En soms dus zelfs maar met 1 kanaal. Alles hangt af van de configuratie en de benodigde nauwkeurigheid.
Foto: de montagewijze van de insteek ultrasoon transducers, ATEX approved.
Meer informatie over onze producten of op zoek naar een oplossing op maat? Neem contact op met onze sales engineers.
NL: +31 70 413 07 00
CN: +86-(0)10-60576210
USA: +(1) 973 383 0691
TW: +886-(0)3-5600560
Heeft u al contact met een sales engineer? Neem rechtstreeks contact op:
Vind uw sales engineerWE MAKE YOUR TECHNOLOGY WORK
NL - Tel. +31 70 413 07 50
USA - Tel. +(1) 973 383 0691
CN - Tel. +86 (10) 56865822/56865835
TW - Tel. +886-(0)3-5600560