Hoogwaardige kunststoffen in gas- en vloeistofsystemen
Als de hoogste chemische resistentie vereist is in gas- en vloeistofsystemen, komen kunststoffen direct in beeld. Teesing verkoopt vele soorten kunststof systeemdelen, maar dit artikel gaat specifiek over fluoropolymeren. De verschillende soorten hebben soms vergelijkbare resistentie eigenschappen, maar zijn toch niet voor elke toepassing geschikt. Het doel van dit artikel is de verschillen duidelijk te maken, om op die manier bij te dragen aan het maken van de juiste keuzes in engineering.
Polytetrafluorethyleen (PTFE) is een synthetisch fluorpolymeer van tetrafluorethyleen dat vele toepassingen kent. De meest bekende vorm van PTFE wordt verkocht onder de merknaam Teflon®. PTFE werd in 1938 ontdekt door DuPont.
Het was de start van een lange ontwikkeling van fluoropolymeren en tot op de dag van vandaag komen nieuwe producten in deze groep op de markt.
De groep fluorpolymeren omvat vele soorten kunststoffen, maar in gas- en vloeistofsystemen komen we vooral deze tegen:
Foto: De uitvinders van PTFE, chemici Roy Plunkett (rechts) en Robert McHarness (midden) en technicus Jack Rebok van Dupont spelen de ontdekking van fluorkoolwaterstofpolymeren na. Copyright: Hagley museum and Library.
De grondstof voor deze kunststoffen is ethyleen (wat onder meer gemaakt wordt door onze klant Llyondell Basel op de Maasvlakte in Rotterdam). En wat ze verder gemeen hebben is dat er fluor aan toegevoegd wordt, vandaar de "F" die in elke naam terugkomt. Het is dit fluor wat ze speciale eigenschappen geeft die elk fluorpolymeer heeft:
Die laatste eigenschap maakt dat PTFE zoveel gebruikt wordt voor anti-aanbak pannen. Maar in vloeistofsystemen of systemen met slurries is die anti-plak eigenschap ook heel voordelig omdat de systemen makkelijker te reinigen zijn.
Daarom zijn dit ook de kunststoffen die we tegenkomen in medisch steriele toepassingen. Het zijn ook de kunststoffen die we veel tegenkomen in voedselproductie - ze zijn dan ook FDA en IE-1935 goedgekeurd. Laten we wat dieper ingaan op elk van deze kunststofsoorten in de wereld van gassen en vloeistoffen.
PTFE wordt vaak gebruikt in slangen, containers en pijpen voor de behandeling van reactieve en bijtende chemicaliën. Dit komt omdat het niet-reactieve eigenschappen heeft. Een andere praktische toepassing van PTFE is als smeermiddel. Op deze manier helpt PTFE de wrijving in machines te verminderen. Het minimaliseert slijtage en verbetert het energieverbruik.
Met PTFE beklede delen die in aanraking komen met het medium zijn goed bestand tegen corrosieve producten en zijn een effectieve oplossing voor het voorkomen van verontreiniging door productaanslag.
Perfluoralkoxyalkanen (PFA) is een copolymeer van hexafluorpropyleen en perfluorethers. Het werd ontwikkeld in 1972, ook door DuPont.
PFA heeft zeer vergelijkbare eigenschappen met PTFE, maar er zijn een paar belangrijke verschillen in eigenschappen tussen deze twee fluorpolymeren waarmee u rekening moet houden bij het kiezen van de juiste voor uw proces.
Anders dan bij PTFE hebben PFA-polymeren op moleculair niveau een kleinere ketenlengte en een grotere ketenverstrengeling dan andere fluoropolymeren. Dat maakt PFA slangen flexibeler, maar het heeft een kortere flex-life, dus het is niet zo goed bestand tegen herhaaldelijk vouwen.
Het maakt ook dat PFA een betere vloei- en kruipweerstand heeft, met een thermische stabiliteit die PTFE benadert of overtreft. Met andere woorden: PFA houdt zijn nauwe maattoleranties en vorm over een groot temperatuurbereik. PTFE vervormt meer.
Ze bevatten ook een zuurstofatoom aan de takken. Dit resulteert in materialen die doorzichtiger zijn, wat in laboratoria een gewaardeerde eigenschap is. Zeker als gewerkt wordt met gevaarlijke chemicaliën.
PTFE heeft een iets hogere hittebestendigheid, de maximum temperaturen van PFA en PTFE zijn respectievelijk 260°C en 327°C.
Waterabsorptie (permeabiliteit) en verwering hebben meer invloed op PFA dan PTFE, hoewel PFA superieur is in weerstand tegen zouten.
Net als PTFE heeft PFA een uitstekende weerstand tegen scheuren en spanning en een lage wrijvingscoëfficient.
Het elektrisch islolerend vermogen (de diëlektrische sterkte) van PTFE is uitstekend, maar van PFA nog altijd 3-4 keer hoger. Dat zal voor gas- en vloeistofsystemen niet zo vaak doorslaggevend zijn.
PFA heeft vaak de voorkeur wanneer hoge betrouwbaarheid vereist is in omgevingen die een grote chemische, thermische en mechanische belasting vormen. Maar voor de productie van gas- en vloeistofsystemen is het belangrijkste verschil tussen PFA en PTFE nog niet aan de orde gekomen...
Het grootste verschil is dat PFA kan worden gesmolten en PTFE niet. Het vormen van PFA kan met de conventionele
spuitgiet methode of met de schroefextrusie techniek. PTFE daarentegen kan alleen door draaien en fresen verspaand worden. Dat geeft andere mogelijkheden voor de te maken vormen. Je zou PFA de spuitgiet-versie van PTFE kunnen noemen.
Foto: Flare fitting in PFA met slang in PFA.
Omdat PFA te verwerken is via de spuitgiet techniek is het relevant om PFA te vergelijken met een andere fluoropolymeer die dat ook kan: PVDF.
PVDF is een veel toegepaste kunststofsoort in systemen. Het heeft een veel betere chemisch resistentie dan veel andere kunststoffen en is 30% goedkoper dan PFA.
Dat maakt het een geduchte concurrent van PFA. Kort gezegd krijgt PFA de voorkeur boven PVDF in toepassingen waar PVDF niet chemisch resistent genoeg is en als doorzichtigheid belangrijk is.
Verbeterde verwerkingseigenschappen ten opzichte van PTFE worden ook gevonden in gefluoreerd ethyleenpropyleen (FEP).
FEP kan een goedkoper alternatief zijn voor PFA, met nagenoeg dezelfde eigenschappen. Vooral in slangen.
FEP is echter tien keer minder bestand tegen herhaald buigen zonder breuk dan PFA. Het maakt dat in hoogwaardige toepassingen uit veiligheidsoverwegingen toch PFA verkozen wordt boven FEP.
Voor andere toepassingen dan voor gas- en vloeistof toepassingen zijn de verschillen tussen PFA en FEP wat groter. Zoals de brekingsindex die FEP geschikter maakt voor displays.
De onderstaande illustratie bewijst wel dat er geen grote winnaar onder de kunststoffen is. Voor iedere toepassing is er een kunsstof die het meest geschikt is. Dit is een PFA diafragma regelklep van Parker die wij leveren. In deze klep wordt PFA, PTFE, PVDF en FKM en RVS gebruikt. De vorm van de body is te complex om als freeswerk te maken en is daarom van PFA spuitgietwerk. Het diafragma is (modified) PTFE. Op die manier zijn alle wetted parts zeer chemisch resistent. Aan de delen die niet in aanraking komen met het medium worden minder eisen gesteld en zijn uit PVDF, RVS en Viton (een rubberachtige fluorpolymeer) gemaakt.
Benieuwd welke producten we leveren in deze kunststoffen? Bekijk ze in onze online catalogus:
In de semiconductor wereld wordt op een heel andere manier gekeken naar materialen. Reinheid is daar het sleutelwoord en niet alleen van het component zelf, maar van het hele systeem. Dat wordt bepaald door de materiaal eigenschappen en door de manier waarop het toegepast wordt.
Foto: Gaskast met slangen, kleppen en regelaars in een semiconductor subfab.
De SEMI F57 is de industrie standaard voor polymeer componenten, die gebruikt wordt in Ultra Pure Water systemen en in distributiesystemen voor chemicalien. De SEMI F57 definieert reinheidseisen op een aantal gebieden:
Mechanisch legt de SEMI F57 ook een aantal eisen vast ten aanzien van:
Het moeilijkste deel van de test om F57-conformiteit te bereiken is de bijdrage aan oppervlakte extraheerbare metalen. Het product wordt dan 7 dagen lang op 85 graden Celsius gehouden en in die periode mag maximaal 5 μg/m2 materiaal loskomen. PTFE en PFA doen het erg goed op deze criteria.
PTFE, PFA en PVDF wordt in in alle systemen van een semiconductor fab erg veel gebruikt. Enkele voorbeelden:
Foto: Slurry delivery system in een semiconductor subfab.
In ultrapuur water (UPW) applicaties leveren fluoropolymern superieure prestaties. Roestvrij staal kan vaak niet gebruikt worden in dergelijke toepassingen, omdat het geïoniseerd water ionen trekt uit het staal, waardoor ijzeroxide, hydroxide of carbonaat ontstaat. Fluoropolymeren zijn immuun voor deze aantasting.
Fluoropolymeren leveren ten opzichte van metalen in koelsystemen geen problemen op met galvanische corrosie. Aluminium heeft een uitstekende warmte overdracht en daarom wordt het vaak in koelsystemen gebruikt. Bijvoorbeeld bij de koeling van elektronica. Om galvanische corrosie problemen te voorkomen wordt de verbinding van aluminium warmtegeleider naar het systeem vaak gemaakt van slang en koppelingen van fluoropolymeren.
Benieuwd welke producten we leveren in deze kunststoffen? Bekijk ze in onze online catalogus:
WE MAKE YOUR TECHNOLOGY WORK
NL - Tel. +31 70 413 07 50
USA - Tel. +(1) 973 383 0691
CN - Tel. +86 (10) 56865822/56865835
TW - Tel. +886-(0)3-5600560